RUN BABY RUN: De Cortina Skyrace

Het was begin maart toen ik een mailtje van het PR-bureau van The North Face kreeg met de vraag of ik op 22 juni mee wilde doen aan de Cortina Skyrace. Ik was net een paar dagen terug uit Oostenrijk en had ontzettend veel zin in zon en zomer. De zomer begin in Cortina D’Ampezzo (Italië), leek me dan ook een heel goed idee. Dat de Cortina Skyrace twintig kilometer was met duizend hoogtemeters, daar stond ik op dat moment eigenlijk niet zo bij stil.

Terwijl mijn vorige bergtrail toen nog geen jaar geleden was. Vorig jaar liep ik de Hochkönigman in het Hochköniggebergte bij Maria Alm (Oostenrijk). 24 kilometer, bijna 1500 hoogtemeters. Ik was daar veel te optimistisch ingegaan, dacht, dat doe ik wel even, ik loop immers marathons, hoe erg kan het zijn? Maar ik kwam mezelf op die trail dus echt keihard tegen. Ik met mijn marathon PR van 3.26 was in de Oostenrijkse Alpen dus eigenlijk niets waard. Het naar boven lopen vond ik ontzettend zwaar, zo zwaar dat ik al na twee kilometer twijfelde om in de cabinebaan te stappen en linea recta mijn uitdaging te staken. Ik dacht, schoenmaker (Annemerel in dit geval), blijf toch alsjeblieft bij je leest. Uiteindelijk bleek het naar beneden lopen nog zwaarder te zijn, hoe konden al die mensen zo hard over die smalle rotsachtige steile paden naar beneden lopen. Ik vond het doodeng. En had de grootste moeite om het pad te volgen, meerdere keren nam ik een verkeerde afslag.

Hoe dichterbij de Cortina Skyrace kwam, hoe meer ik er tegenop ging zien. Na de Hochkönigman had ik mezelf beloofd om de volgende keer echt goed te gaan trainen voor zo’n bergtrail, maar het ontbrak me de afgelopen maanden aan tijd. Eerst had ik meer tijd dan verwacht nodig om te herstellen van de Boston Marathon, toen brak het hooikoortsseizoen aan, daarna ging ik halsoverkop verhuizen, ondertussen moest er een boek geschreven worden. Ik heb dan ook geen enkele specifieke trailtraining gedaan, iets wat me niet echt geruster maakte op de uitdaging.

Maar op woensdag 21 juni, de eerste dag van de zomer, stapte ik toch in het vliegtuig richting Venetië, vanwaar we per taxi werden vervoerd naar Cortina D’Ampezzo, een dorpje midden in de Dolomieten. In de winter kun je hier heel goed wintersporten, in 1956 was Cortina zelfs de host van de Olympische Spelen. De oude vervallen houten skischans staat nog aan het begin van het dorp. De ijshal waar alle schaatswedstrijden gehouden werden. Ik dacht net even een heel interessant feit te delen over welke Nederlandse schaatsers daar allemaal medailles hadden binnen geharkt, maar tijdens deze Olympische Spelen wonnen we geen enkel eremetaal. Beste prestatie kwam van kunstschaatser Sjoukje Dijkstra (toen slechts veertien jaar oud), ze werd twaalfde. Die schaatshal is ook de plek waar we op donderdagochtend onze startnummers op kunnen halen en waar de expo is. Maar dat later.

Nu eerst door naar het prachtige hotel waar we twee nachten verblijven, het Grand Hotel Savoia. Het is net zo majestueus als de naam al doet vermoeden. Met een prachtige oprijlaan, overal marmer en rode geraniums op alle balkons en balustrades. Mijn kamer is heerlijk en ik baal stiekem een beetje dat we hier maar een kleine 48 uur zullen verblijven.

Na een pizza en een kleine wandeling door het dorp beland ik op het terras van het hotel met mijn MacBook. En een Aperol Spritz. Want ik heb niet die illusie dat die ene Aperol Spritz mijn trail nu ineens helemaal in het honderd gaat gooien. Dat heeft mijn gebrek aan training waarschijnlijk al gedaan.

’s Avonds hebben we een welcome dinner van The North Face bij een klein schattig restaurantje in Cortina. Aan tafel alleen maar stoere mannen die morgen ook de twintig kilometer gaan lopen. Ik word er nog niet geruster op…

Bij het ontbijt de volgende dag, racedag, wil ik het liefst alle taartjes en koekjes uitproberen, maar ik houd me in. Dat gaat nooit goedkomen als ik dat mee moet slepen de berg op. Dus ik houd het bij scrambled eggs met een broodje. En OK, een Nutella koekje. Als we ons startbewijs hebben opgehaald duik ik nog even het terras op met mijn MacBook, om vervolgens voor een pasta én pizza lunch aan te schuiven. Koolhydraten stapelen.

Daarna breken drie zenuwslopende uurtjes aan. Ik lig op bed uit te rusten voor de race die om 17.00u van start gaat, maar ik begin me steeds meer zorgen te maken. Twee dagen geleden had ik nog een heftige migraineaanval. Ik ben absoluut niet zo fit als vorig jaar en toen had ik het al zo zwaar. De afgelopen weken waren zowel mentaal als fysiek vrij zwaar, hoe ga ik in vredesnaam deze trail overleven. Ik ben eigenlijk nog niet eens zo bang voor mijn conditie, maar ben vooral bang om te vallen. En ze voorspellen onweer. Onweer in de bergen, hoe veilig is dat? Maar mijn vader stelt me gerust, ze gaan zo’n wedstrijd heus niet door laten gaan als het gevaarlijk dreigt te worden.

Dus sta ik om vijf uur met trillende knietjes aan de start. Spiksplinternieuwe loopoutfit van The North Face aan (niet eens een keer gepast in Nederland, zelfs de schoenen niet, lekker dom) en mijn nieuwe camelbag op mijn rug. Pet aan de camelbag bevestigd, zonnebril van de Hochkönigman op mijn neus. Ik ben er niet klaar voor, want hoe kun je hier met zo’n voorbereiding klaar voor zijn, maar ik ben wel klaar met dat wachten. Laten we nu maar gewoon beginnen.

Het startschot is nog niet gegaan of het eerste probleem doet zich voor. Mijn rug wordt nat. Uhhh hoe dan? Zoveel kan ik nu toch nog niet zweten. Shit, mijn waterzak in mijn camelbag? Ik loop naar IJze van The North Face die met precies dezelfde tas loopt en kijk hem hulpeloos aan. Blijkbaar heb ik de zak niet goed dichtgemaakt. En daarom is het dus dom om je spullen niet eerst uit te testen. Al lopend fixen we het probleem.

De eerste tweeënhalve kilometer gaan over grindpad de berg op. Het stijgingspercentage is niet heel hoog, maar genoeg om te voelen in je benen. En dan begint het echte werk, we draaien de berg op. Via een smal bospad lopen we omhoog. Ik moet goed kijken waar ik mijn voeten neerzet, hardlopen is uitgesloten, het tempo is nog langzamer dan wandelen. Maar het is OK, want het is heel mooi om me heen en iedereen wandelt.

Na twee kilometer klimmen gaan we een stukje naar beneden en slaat de angst toe, hoe doen mensen dit hardlopend over die smalle paadjes met die gladde steentjes. Een verkeerde steen en je ligt onderuit. Ik maak me vooral zorgen over verzwikte enkels waardoor ik wekenlang niet kan hardlopen, maar de Schotse vrouw die achter me loopt zegt ‘stel je voor dat je hier met je hoofd op valt’. Wauw, daar had ik nog niet eens aan gedacht. Bedankt he, ik was nog niet angstig genoeg.

Op zeven kilometer denk ik YES, bijna, we zijn er bijna. Nog twee kilometer stijgen en dan is het vrijwel alleen nog maar naar beneden. Totdat een local me vertelt dat het ergste nu nog moet beginnen. En ze krijgt gelijk, het stuk tussen 7,5 en 9 kilometer is bizar. We stijgen meer dan vijfhonderd meter in iets meer dan een kilometer en er lijkt geen eind te komen aan het smalle pad dat naar boven loopt. Voor me een slinger aan mensen, achter me een slinger aan mensen. Maar tegelijkertijd is het ook zo mooi, als je naar beneden kijkt zie je het dorp in het dal liggen, als je omhoog kijkt zie je een slinger van mensen omhoog het gras in lopen en een paar rotsige bergen erboven uitsteken.

Het klimmen, hoe mooi het ook is, word steeds zwaarder. Op een gegeven moment moeten we zelfs een touw grijpen om langs een afgrond te lopen. Tegelijkertijd komen we steeds hoger en wordt de lucht steeds ijler, waardoor er minder zuurstof in de lucht zit. Ik haal steeds zwaarder adem. Maar het moment dat ik boven kwam en werd toegejuicht door een team van de organisatie en mijn startnummer gescand wordt is magisch. Yes, ik heb het gedaan.

Of nou ja, ik ben boven, nu moet ik nog even naar beneden. Dat is voor een angsthaas zoals ik ook nog wel een dingetje. Ik word van alle kanten ingehaald, omdat ik als de dood ben om te vallen en dus heel langzaam afdaal. Maar hoe langer we lopen hoe beter het gaat, hoe meer vertrouwen ik in mezelf, mijn schoenen en de bergen krijg.

Op dertien kilometer raakt mijn waterzak leeg en ik vraag me af, wanneer komt die verzorgingspost nou? Ik had hem verwacht bovenop de berg, maar begin nu te twijfelen of hij er uberhaupt wel is. Ineens is mijn mond kurkdroog. Er zal toch nog wel een waterpost zijn? Ik had het parcours van te voren beter moeten bestuderen. Wat ben ik nu voor een amateur?

En ja hoor, die is er, op veertien kilometer (uiteindelijk blijkt dit kilometer vijftien te zijn, maar mijn horloge heeft het niet goed bijgehouden). Ik word verwelkomd met een glas ijskoude cola van een lief Italiaans meisje. Daarna gooi ik vier glazen water naar binnen, neem ik een hap van een energybar en vul ik mijn camelbag. Klaar voor de laatste vijf kilometer. Al denk ik op dat moment dat ik nog zes kilometer moet en denk ik dat ik niet binnen de tijd ga finishen, want hoe moet ik in vredesnaam nog zes kilometer lopen binnen veertig minuten?

De eerste kilometers gaan niet heel snel, ik word nog steeds ingehaald van alle kanten. Het gras waar we doorheen lopen is nat door de regen en is dus een grote glijbaan geworden. Ik laat me lekker inhalen, mijn grootste prioriteit is op dit moment heel beneden komen, of dit nu net binnen of buiten de tijd is, kan me eigenlijk op dat moment niet heel veel meer schelen.

Maar dan draaien we op achttien kilometer het asfalt op. We lopen nog steeds steil naar beneden, maar het asfalt voelt als thuiskomen. Ondertussen begint een van mijn favoriete nummers op mijn iPod; A Sky Full of Stars van Coldplay, de Hardwell Remix. Ik weet dat ik ga finishen, de mensen van het dorp moedigen me aan, geven high fives en ineens lopen de tranen over mijn wangen. Dit is zo bijzonder.

De laatste drie (twee) kilometer blijven we op het asfalt. Mijn benen voelen nog fris en ik haal de mensen die mij inhaalden stuk voor stuk in. Dit is mijn domein. Op 18,5 kilometer lopen we de hoofdstraat van Cortina in en de finishboog komt steeds dichterbij. Ik geloof dan echter nog niet dat we echt al gaan finishen. Mijn horloge geeft nog ruim een kilometer aan. Hoe dan? Pas twintig meter voor de finish heb ik echt door dat we gaan finishen, dat we niet nog een rondje door het dorp hoeven te lopen. EN DAT IK DUS GEWOON BINNEN DE TIJD BINNEN BEN.

In 3 uur 15 minuten en 59 seconden om precies te zijn. Precies 14 minuten binnen de officiële tijd. Wauw. Ik kan het bijna niet geloven.

Maar voor finishselfies en foto’s heb ik geen tijd. Ik mag een sprintje trekken naar het hotel. Mijn darmen zijn al sinds kilometer zeven geen vrienden meer met mij. Ik had toch beter een hele in plaats van een halve imodium kunnen nemen. Maar dat maakt allemaal niet meer uit. De buikpijn verbleekt bij mijn blijheid met de prestatie die ik zojuist heb neergezet.

Ik ben gefinisht. Binnen de tijd. In 3.15.59. Als 253ste van de 400 deelnemers. Ik ben niet gevallen, ik heb genoten en ik ben trots en blij dat ik uiteindelijk toch gegaan ben. Het is een ervaring die ik – achteraf gezien – absoluut niet had willen missen.

Dankjewel The North Face voor de fantastische 48 uur in Cortina, met als klapstuk de Skyrace. Jullie vroegen me of ik volgend jaar de 48 kilometer (2600 hoogtemeters) of de 120 kilometer (5800 hoogtemeters) wilde lopen, daar kan ik heel duidelijk in zijn; NEE! Het was een fantastische ervaring, maar ik vond twintig kilometer door de bergen ook meer dan genoeg. Mocht ik ooit voor een ultra-afstand gaan, dan is dat gewoon lekker op de weg, waar ik me (zonder ski’s) toch een stuk meer op mijn plek voel dan in de bergen.

Liefs,
Annemerel

Delen:

7 Reacties

  1. Mirte
    juni 28, 2017 / 12:11

    Wauw, wat een mooi verhaald!

  2. Marjolein
    juni 28, 2017 / 12:22

    Echt zo goed gedaan, en wat een avontuur! Het lijkt mij eerlijk gezegd dood- en doodeng, maar ergens ook wel heel tof om een keer te doen. Maar goed, misschien eerst maar eens 20 kilometer zonder al die hoogtemeters gaan lopen…

  3. Rosalie
    juni 28, 2017 / 13:43

    Heel knap gedaan! Ik doe het je niet na. Ik zou best een keer een trail run willen doen, maar in de bergen lijkt me doodeng. En ik hoorde de tijden van die twee jongens van The North Face. Hoe hebben die zo hard kunnen lopen?

  4. Johan
    juni 28, 2017 / 14:47

    Om het in medium termen te zeggen; het boek is zoveel spannender dan de film! ?
    Kan niet anders dan een super tof avontuur zijn geweest.

  5. Marion
    juni 28, 2017 / 16:50

    Wauw ik krijg echt kippenvel van je beschrijving, prachtig Annemerel! En wat goed dat je het gewoon doet, starten, vertrouwen op je lichaam en gewoon kijken waar het je brengt. En er is natuurlijk ‘no shame’ in het niet, of niet op tijd halen, maar als je het dan WEL haalt, dan is dat natuurlijk echt geweldig. Prachtig! Wat een prestatie!

  6. Ellen
    juni 28, 2017 / 16:52

    Super mooi verteld. Wat een prestatie!

  7. Ilse
    juni 28, 2017 / 21:51

    Wat een avontuur zeg! Leuk om te lezen en lijkt me eens tof om mee te maken!