RUN BABY RUN: Soms is lekker lopen veel fijner dan een PR

Omdat ik de meeste hardloopverhalen van mezelf deze zomer bewaar voor mijn boek, laat ik deze zomer Annemerel.com lezers aan het woord in de Run Baby Run. Vandaag het verhaal van Arie. Arie liep op 8 april die veel te warme marathon in Rotterdam. Na deze marathon gooide hij het roer eventjes drastisch om. Een wijze les voor heel veel lopers, denk ik zomaar.

Eind vorig jaar kreeg ik het idee om voor de vierde keer een hele marathon te gaan lopen. Met mijn veertigste verjaardag langzaam naderend, halverwege 2018 leek me dat een mooi streven. Daarnaast was mijn vrouw in verwachting van onze derde. Een marathon lopen voor de bevalling, leek me handiger dan erna. Eind vorig jaar schreef ik me in voor de marathon van Rotterdam. Het oorspronkelijke idee was om Berlijn te lopen, maar daarvoor werd ik uitgeloot. En dat was maar goed ook, want die is wel als de baby er al is. En dat, dat komt net iets minder handig uit.

Ik ben zeker geen Annemerel qua hardlopen of wedstrijddeelnames, maar loop wel zo’n 70 tot 80 kilometer per maand. Vorig jaar had ik als challenge (met mezelf) om iedere maand een ½ marathon te lopen, en dat lukte. Als ik me inschrijf voor een wedstrijd, dan wil ik waar mogelijk een PR lopen.

Sinds het inschrijven voor Rotterdam, eind vorig jaar, ben ik per afgelopen 2 januari een nieuwe baan begonnen, en onze weekenden zaten en zitten over het algemeen vol. Vol met leuke dingen. Ik had dus wat moeite om mijn schema naar de marathon toe te volgen, maar het lukte wel. Januari 2018 liep ik voor het eerst de halvee van Egmond (1 uur 46) en in maart de CPC (net onder de 1 uur 38) (nee je loopt zeker niet net als Annemerel, je loopt sneller Arie! Ik liep bij de CPC 1.45). Geen PR voor de CPC, maar dat was het doel ook niet. Het ging hier om kilometers maken. De lange duurlopen waren soms lastig in te plannen, maar uiteindelijk lukte dat nog net. Half maart liep ik de 30 km, met een pace van 5’13, ook de pace van mijn beste marathon tot dan toe, Amsterdam 2017. Van die duurloop weet ik vooral nog hoe koud het was, het leek wel alsof iedere loop in januari en februari het ijskoud was, en bij de CPC was het juist ineens mooi weer.

De weersverwachting voor 8 april was ook duidelijk: warm en zonnig. Zeker niet mijn ideale loopweer… Op zondag 8 april stond ik aan de voet van de Erasmusbrug, te wachten op de start van de Rotterdam Marathon. Ik startte in Wave 2, mooi vooraan dus. De race begon geweldig. Ik had superbenen, voelde me sterk en liep heel makkelijk. Pace rond de 5’00(!) Eigenlijk wel echt veel te hard, realiseerde ik me. Maar goed, nu had ik de energie en of je die later in de race nog hebt ? Bovendien, hoe verder ik in de race was voordat het écht warm werd, hoe beter. Dat vertelde ik mezelf. Ik haalde de pacers van finishtijd 3 uur 30 zelfs in.

Na de 10 km begon de warmte echt door te komen. Waar het eerst bewolkt was, brak de zon nu ook helemaal door. In no-time ging mijn snelheid omlaag. De prijs voor mijn beginnersfout van te snel beginnen, die ging ik nu betalen. De man met de hamer die je normaal na de 30 km tegenkomt, die kwam ik al op Rotterdam-Zuid tegen, rond de 20 kilometer. Tussen de 15 en 25 kilometer verloor ik een halve minuut op mijn snelheid. En dat was het begin van het einde. Ik ging rekenen en rekenen. « Kan dit nog een PR worden op de marathon ? » « Kan dit een parcoursrecord in Rotterdam worden ? » Op beide vragen was naar mijn inschatting het antwoord duidelijk « Nee ». Naar de 25 km toe, ging het lopen steeds trager en werd het warmer en warmer. Of, zo voelde ik het in ieder geval.

Normaal ben ik tijdens een wedstrijd bezig met het klein maken van de resterende afstand. Dus, nog maar de helft te gaan, of « ik hoef nu nog maar een derde van wat ik al gelopen heb ». Dit keer was ik zo gebrand om mijn « laatste » marathon beter te lopen dan ooit, dat ik mezelf daarmee op de een of andere manier blokkeerde. Het ging niet om de prestatie, het moest een topprestatie worden. De supersfeer in de stad, rond het parcours, ik had er steeds minder oog voor.

Bij de 25 kilometer nam ik toen een heel slecht besluit. Ik stapte uit. Ik was zo aan het verhitten, ik werd iedere kilometer trager en trager. Ik koos ervoor om dan maar zonder tijd te stoppen, dan te finishen met een slechte tijd. Alleen, nadat ik op adem was, had ik al spijt. Alleen, ik was zo afgekoeld dat ik al niet meer verder kon. Dus eindigde mijn MR18 niet met een medaille maar met een flinke kater.

Ik heb daarna nog lang gebaald. Al die voorbereiding, alle trainingskilometers in de kou, alles voor niets. Ik wilde die dag niets meer van hardlopen weten en meldde me af voor alle runapps. ‘s Avonds kwam er wel een bezinning. Mijn vrouw zei direct na de race al : « dan loop je toch gewoon volgend jaar hier een PR, of eind van het jaar in Eindhoven ? » .Inmiddels ben ik wel gestopt met Strava, ik wil nu vooral gewoon hardlopen. En dat het de ene keer sneller en beter gaat dan de andere, dat voel ik zonder app ook wel.

Na Rotterdam was de eerstvolgende wedstrijd (waar ik al voor ingeschreven was) een totaal ander soort race, en precies wat ik nodig had. De Trappistenloop PUUR, overigens georganiseerd door dezelfde mensen als de Tilburg Ten Miles, is een race op een unieke locatie: Abdij Koningshoeven. Hier wordt het trappistenbier van La Trappe, gebrouwen. Eén keer per jaar wordt hier hardgelopen over de terreinen van de abdij. Maximaal 300 lopers mogen meedoen. Iedereen kan naar keuze 5, 10 of 15 kilometer lopen, oftewel 1, 2 of 3 keer het parcours. Er is geen tijdswaarneming door chip, geen medaille, geen ranglijst, geen startvakken, waves of wat dan ook. Iedere fnisher krijgt een muntje voor een biertje na afloop. De Abdij ligt vlak onder Tilburg, en heeft een grote, mooie tuin. De race was 26 mei en inderdaad, de weersverwachting voor de loop was, toeval of niet, uitmuntend weer, lekker warm en zonnig. Alleen dus niet echt lekker weer om in hard te lopen. Uit voorzorg schrapte de organisatie zelfs de 15km uit het programma.

Meerdere vrienden liepen ook, dus we waren met een flinke groep ouders en kinderen. Vooraf hadden we zelfs een superrelaxte picknick, compleet met muziek. Samen met een vriend was ik van plan geweest om juist die 15km te lopen, maar vooruit, dan maar de 10km. We starten om 13.00u in de volle zon. Na 4 kilometer gaf ik aan naar mijn loopbuddy dat hij zijn eigen race moest lopen. Hij had de betere benen. Ik wilde mezelf niet weer opblazen. Door het parcours en het beperkte aantal deelnemers, loop je echt helemaal je eigen race. Op sommige stukken zie je helemaal niemand, of loop je 50 meter voor of achter een andere loper.

In de warmte was het erg zwaar. Ik weet niet of het de rust van de abdij is, of het kleine deelnemersveld, maar de race was een soort slowmotion ervaring. Niet qua pace, gelukkig, maar qua gevoel. Je loopt grote stukken door een natuurgebied, en toeschouwers staan alleen bij de start/ finish. Bij de doorkomst werden we hartstochtelijk aangemoedigd door vrienden en kinderen. Heerlijk. Het tweede rondje heb ik echt genoten, ondanks de inspanning. Het was knokken in de warmte, maar juist door de les van Rotterdam wist ik dat ik dit keer niet zou opgeven.

En het allerleukste was om te finishen, want je stapt direct het parcours af en het terras op. Geen ellenlange hekken met plichtplegingen. Daarna hebben we nog een tijd lekker ge-relaxed en een watergevecht met de kinderen gehouden. Achteraf hoorde ik van toeschouwers dat ik de nummer 8 van de 10km lopers was. Op Strava heb ik op alle segmenten minder snel gelopen dan vorig jaar. En het mooie is, I don’t care. Ik heb vooral lekker gelopen en een geweldige dag gehad. En al is het « maar » 10 kilometer, ik ben ouderwets hartstikke blij dat ik het gehaald heb.

En Rotterdam, of een andere marathon, dat komt wel weer een keer op mijn kalender. Is het niet in 2019, dan gewoon een andere keer.

Afsluitend, de hardloopcliches (die iedereen kent) maar waar ik in Rotterdam mee in aanraking kwam:

– no miles, no smiles. Alles staat of valt bij de kilometers die je in de training maakt; Ongelofelijk maar waar, bij iedere race kom ik binnen de eerste 3 kilometer al uitvallers of mensen met kramp tegen.

– niet te snel beginnen (duh)…;

– maak een (realistisch !) plan voor je race en volg het; of eigenlijk

– maak een plan, volg het, maar luister vooral ook naar je lichaam en de vorm van de dag& stel waar nodig het plan bij.

Thanks voor je verhaal Arie, je focussen op een bepaalde tijd kan heel leuk zijn als alles volgens planning verloopt, maar het kan ook zijn doel voorbij schieten. Heel goed dat je na je (voor jou gevoel) mislukte Rotterdam Marathon toch weer de hardloopschoenen hebt aangetrokken en op deze manier bent verder gegaan. Heel benieuwd wanneer (en of je ooit) weer klaar bent voor een marathon. En zo niet… dan is dat ook helemaal geen probleem. Ik bedoel, het is niet dat je leven of je inkomsten afhangen van die hardloopwedstrijd. Het moet wel leuk blijven :)

Liefs,
Annemerel

P.S. Heb jij nog een mooi loopverhaal, mail me dan (annemerel@gmail.com) wellicht publiceer ik het deze zomer op Annemerel.com

Delen:

3 Reacties

  1. juli 4, 2018 / 14:58

    Dit vond ik nu eens een heel fijn verhaal om te lezen! Bedankt om het te delen, Annemerel & Arie :)

  2. Mar
    juli 5, 2018 / 11:09

    Heel mooi stuk en zo waar!

  3. Eveline
    juli 6, 2018 / 03:09

    Mee eens! Fijn verhaal en helemaal waar! :) Succes met baby #3!